De VVD pleit in haar Europese verkiezingsprogramma voor versnelde toelating van alternatieve eiwitbronnen, zoals kweekvlees, en groene gewasbeschermingsmiddelen in de EU. Ook willen we boeren en tuinders ondersteunen door te investeren in duurzame en efficiënte productiemethoden. Of door juist ruimte te bieden om nieuwe methoden en technieken op praktijkschaal te beproeven.
Daarvoor moeten de toelatingskaders van de Europese voedsel- en warenautoriteit EFSA worden gemoderniseerd. Team Voedsel van Liberaal Groen organiseerde op 10 april een webinar samen met het VVD-netwerk Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit om de voor- en nadelen van hervorming scherp te krijgen.
Loek Pijls, eerder werkzaam bij Coca-Cola en Nestlé, waar hij leiding gaf aan de afdeling voedselclaims, adviseert bedrijven en overheden met Loekintofood. Hij lichtte toe hoe de EFSA gezondheidsclaims van bedrijven beoordeelt en waarom het systeem in Europa zo werkt. Juist grote bedrijven vroegen de EU om een sterke, wetenschappelijke toetsing om een wildgroei van voedselclaims to voorkomen, en consumenten worden door de strenge regels beschermd tegen twijfelachtige of onjuist reclame.
Universitair docent voedselinformatie Alie de Boer, oprichter van het Food Claim Centre Venlo, bevestigde het belang van consumentenbescherming, maar plaatste ook enkele vraagtekens. Voedsel is geen medicijn. Het is niet zo dat één werkzame stof in voedsel direct leidt tot één gezondheidseffect in het lichaam. De combinatie van meerdere stoffen kan mettertijd (subtiele) gezondheidseffecten hebben.
De Boer ziet vooral een opgave aan de wetenschap om de (on)gezondheid van voeding overtuigender aan te tonen. Volgens Rob Baan, eigenaar van Koppert Cress en pionier in microgroente uit cressen — kiemende zaden — moet het stelsel op de schop. Dat is ingericht op de toelating van nieuw, veelal bewerkt voedsel dat het lichaam niet optimaal kan verteren. Mensen zouden veel meer versproducten moeten eten, vooral groente en fruit.
Zo is er wetenschappelijk bewijs dat het eten van broccoli en andere koolsoorten, zoals boerenkool, darmkanker helpt te voorkomen. Maar het is niet te bewijzen dat iemand die vandaag broccoli eet over tien jaar geen darmkanker krijgt. Dus mag zo’n claim niet op het product. Baan kreeg zelfs een boete van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit toen hij beweerde dat zijn broccoli helpt tegen kanker.
Zo ontmoedigt Europese regelgeving onbedoeld (dure) innovatie. Planten leggen extra inhoud stoffen aan in de vruchten van groenten en fruit, en geven zo aan zaden extra weerbaarheid mee wanneer die kiemen. De hoogstaande Nederlandse veredelingssector kan die eigenschappen inkruisen in groentes. De glastuinbouw kan die vruchten vervolgens af laten rijpen voor consumptie. Maar als die producten niet als extra gezond mogen worden aangeprezen, heeft het voor veredelaars en tuinders (te) weinig meerwaarde om erin te investeren. Hoe kom je dan tot onderscheidend vermogen in het winkelschap? De vraag om politieke keuzes werd hier helder.
‘Groene’ gewasbescherming heeft een soortgelijke ervaring. Zo wendt Koppert Biological Systems natuurlijke vijanden aan om plagen te bestrijden en verkoopt het bedrijf biostimulanten en micro-organismen die gewassen beschermen en versterken. Toch zijn hun producten aan dezelfde toelatingskaders onderhevig als synthetische middelen, vertelde Peter Maes. Net als bij gezondheidsclaims van voeding wordt ieder gewasbeschermingsmiddel beoordeelt op één effect. Terwijl groene gewasbescherming juist meerdere werkingsmechanismen kent.
Middelen moeten iedere tien jaar opnieuw worden goedgekeurd, wat volgens Maes betekent dat Koppert drie jaar na toelating alweer moet beginnen met het voorbereiden van een dossier voor de volgende ronde. Buiten Europa gaat het sneller, waardoor bedrijven geneigd zijn om hun investeringen daar te doen. Nederlandse ondernemers lopen kansen mis.
Bart Millenaar heeft deze onderwerpen de afgelopen vijf jaar in Brussel en Straatsburg voorbij zien komen, waarvan drie jaar als beleidsadviseur van VVD-Europarlementariër Jan Huitema. Nu is hij zelf kandidaat voor het Europees Parlement. Tijdens het webinar vertelde hij over zijn inzet en passie op het landbouwdossier, en ging hij in op het vinden van de balans en win-wins tussen verduurzaming en voedselzekerheid.
We danken de gasten voor hun bijdragen en wensen Bart veel succes in de verkiezingen op 6 juni!